Hoe het ook zij, het centrale doel van het hoger onderwijs bleef ruim een jaar lang verborgen onder een sluier van hysterisch safetyisme, dat gretig werd aangewakkerd door de belangrijkste vakbond van academici. De University and College Union (UCU) verzette zich tegen onderwijs op de campus en waarschuwde dat het terugvragen van studenten dat zou doen draai ze in de “zorgcentra van de tweede golf”. Niet minder veelzeggend, ook geïnformeerd haar leden over de gevaren van het argument dat “personeel verplicht is om op de campus te werken en/of face-to-face onderwijs of diensten te verlenen”. Als uw eigen vakbond beweert dat uw baan onbelangrijk is, zult u misschien niet verbaasd zijn als er een golf van ontslagen volgt – vooral als dezelfde vakbond besluit dat de vrijheid van meningsuiting de grootste bedreiging voor de gezondheid van academici is.
“Het centrale doel van het hoger onderwijs werd ondergebracht onder een sluier van hysterisch safetyisme”
Hoe kunnen we anders de aanvallen verklaren tegen iedereen die de wijsheid van lockdowns in twijfel trekt, waarbij veel academici het slachtoffer worden van wrede lastercampagnes van collega’s En overheidsfunctionarissen gelijk? In deze tijd van gevaarlijke onzekerheid, waarin samenlevingen te maken hadden met letterlijke zaken van leven en dood, was er dringend behoefte aan academische samenwerking en debat. In plaats daarvan werd het debat onderdrukt en verspreidden soortgelijke opvattingen zich al snel naar andere hoeken van de academie. Om een voorbeeld te geven: in oktober 2021 verliet hoogleraar filosofie Kathleen Stock haar post aan de Universiteit van Sussex na een intimidatiecampagne van studenten en academici die zich tegen haar genderkritische opvattingen verzetten. Verre van hun collega, de lokale UCU-afdeling, te steunen genaamd voor een universiteitsbreed onderzoek naar ‘transfobie’.
Deze manie zou ook niet verdwijnen met Covid. De UCU is daarmee doorgegaan afwijzen zorgen over academische vrijheid als een ‘bijzaak’ uitgevonden door rechts, terwijl dat ook het geval is tegengesteld de Wet op de vrijheid van meningsuiting op het hoger onderwijs, waarbij de vakbond suggereert dat “er geen echt bewijs is” van een crisis op het gebied van de vrijheid van meningsuiting op de campus. Vertel dat aan de honderden academici die ondertekend een open brief waarin de regering wordt verzocht de resterende bepalingen van de wet ten uitvoer te leggen, iets waar zelfs Keir Starmer nu op lijkt gewillig accepteren.
Niet dat dit uiteraard een puur Brits probleem is. Over de hele wereld is het onvermogen van het hoger onderwijs om tijdens Covid-19 prioriteit te geven aan academisch onderzoek een enorme klap geweest voor de legitimiteit ervan. Maar in Groot-Brittannië, waar het publiek al lang heeft gewacht verhoogd zorgen over de status en waarde van diploma’s in ons massieve, gefinancialiseerde systeem, stellen mensen nu de waarde van de universiteit in vraag. Dit zegt niet alleen hoe lichtvaardig we omgaan met ons cultureel erfgoed: het is een verschrikkelijke schande voor de kinderen. Leerlingen en ouders blijven dat in grote lijnen positief over het hoger onderwijs, ondanks de problemen ervan. Maar waarom zou het publiek te hulp schieten als de sector zichzelf verscheurt?
Een jaar geleden zei professor Shitij Kapur, vice-kanselier van King’s College London, betoogd dat Britse universiteiten gevangen zitten in een ‘driehoek van verdriet’ tussen ‘aspirant-studenten die zich belast voelen met schulden en onzekere vooruitzichten, een regering die het collegegeld ver achter de inflatie heeft laten dalen, en belaagd universiteitspersoneel dat zich gevangen voelt in het midden’ . Om aan deze puinhoop te ontsnappen, hebben we een onverschrokken discussie nodig over één enkele fundamentele vraag: waar zijn universiteiten voor? Om tot een antwoord te komen hebben we intussen mensen nodig die zich inzetten voor de intellectuele en educatieve doeleinden van het hoger onderwijs en bereid zijn eerdere fouten te erkennen. Anders blijven we zitten met de beleidstroep die we nu hebben, onder leiding van een adviseur drijfveer om institutionele “duurzaamheid” te bereiken door te bezuinigen op de dingen die universiteiten hun hart geven: vakken, academici en studenten die er zijn om hun geest te verbreden.