Walt Whitman: de originele Substacker


Het is deze visie die voor ons nu een bittere nasmaak achterlaat. Van alle karakteriseringen van Whitman is ‘gezond’ het moeilijkst toe te passen op ons specifieke moment in de Amerikaanse geschiedenis. Whitman leek te verwachten dat zijn idee van Amerika misschien te optimistisch zou zijn. In het verder uitbundige Democratische vergezichten, Hij schrijft: ‘De Verenigde Staten zijn voorbestemd om óf de prachtige geschiedenis van het feodalisme te boven te komen, óf anders de meest enorme mislukking van de tijd te blijken.’ En het is die enorme mislukking waar ik in het jaar van onze Whitman 170 mee worstel: dat Amerika er gewoon niet in is geslaagd zijn potentieel te verwezenlijken, nooit een echte volwassenheid heeft verworven en uiteindelijk zijn idealisme heeft verloren. Whitman, die het dichtst bij politieke standaardkritiek zou komen, schreef: “De angst voor tegenstrijdige en onverenigbare interieurs, en het ontbreken van een gemeenschappelijk skelet, dat nauw met elkaar verbonden is, achtervolgt mij voortdurend.”

Maar het is de derde aanpak om Whitman te begrijpen, wat misschien wel de meest relevante en directe les van Whitman is. Wat Emerson genaamd ‘De lange voorgrond’ van Whitman bestond voornamelijk uit journalistiek en uitgeven in eigen beheer. Whitman, die op 11-jarige leeftijd de school verliet, werd opgeleid tot drukkersduivel. En gedurende zijn hele carrière was hij nauw verbonden (op een manier die maar heel weinig schrijvers zijn) met de fysieke productie van zijn eigen werk. Hij gewerkt als zetter voor publicaties in New York richtte hij zijn eigen krant op De Long Islanderen was twee jaar lang redacteur van het bekende Brooklyn Eagle. Maar wat hij vooral was, was een mislukking. De uitgave in eigen beheer leverde niet veel op. Zijn praktisch ingestelde broer George wel treuren dat ‘hij zijn kans niet benutte’ tijdens de ‘grote bloei in Brooklyn’ in de jaren vijftig van de negentiende eeuw. En Whitman, die zowel uit noodzaak als uit poëtische persoonlijkheid een ruig leven lijkt te leiden, zou in 1840 stijl zichzelf als onderdeel van een ‘loafer-koninkrijk’.

Maar het was Whitmans buitenstaander – gecombineerd met zijn bereidheid om de controle over de productiemiddelen over te nemen – die verantwoordelijk was voor zijn literaire wonder. De high-browse Amerikaanse literatuur in de tijd van Whitman was afschuwelijk, werkelijk afschuwelijk – muffe afdankertjes van de Europese prosodie – en ook Whitman had moeite om zich ervan los te maken. ‘Ook ik ben, net als alle anderen, geboren in het kleed van dit valse idee van literatuur’, zegt hij gezegd laat in het leven. Maar hij heeft zich er wel van losgemaakt. Hij kwam genoeg nieuwe invloeden tegen — Martin Tupper, Emerson zelf – dat hij in staat was een meer uitgesproken Amerikaanse gevoeligheid te ontwikkelen, aangevuld met de taal van de straat en een vleugje vlezig schrift dat uit de opkomende centenpersen tevoorschijn kwam. En in 1855 kon hij de publicatie van Leaves of Grass verzorgen geheel door hemzelf — delen van het beroemde voorwoord rechtstreeks op de toetsen van de pers in de drukkerij schrijven, en vervolgens zijn eigen reclame en distributie verzorgen.

Wat Whitman deed, lijkt natuurlijk heel erg op bloggen of Substack – en ik twijfel er niet aan dat als hij vandaag zou leven, dat precies de manier is waarop hij zijn werk zou verspreiden. In een opgewonden stemming, I schreef onlangs op mijn Substack dat “waar we werkelijk aan de vooravond staan ​​een heel andere manier van zijn is”, en wat ik bedoelde was het vermogen van het internet om poortwachters te elimineren en de weg te openen voor de “nieuwe, voortreffelijke democratische literatuur ‘, die Whitman beschreven. Deze verklaring van mij werd met enige scepsis ontvangen. Als Emerson ‘een beetje in zijn ogen wreef’ Bladeren van gras, de Substapelaar Teddy Bruin moest “sluiten [his] ogen en wrijven [his] tempels” vanwege de pure domheid van wat ik zei.

Maar ik blijf erbij. In een van zijn meer mysterieuze gedichten: “Het lied van de antwoorder”, beschrijft Whitman een figuur die misschien over een eeuw of vijf eeuwen in de toekomst zijn poëtische analoog zal zijn. Ik had de Antwoorder altijd als een soort Messias beschouwd, een Mahdi van de lyrische poëzie, die de ‘antwoorden’ zou geven op de poëtische vragen die Whitman stelde. Maar als ik het gedicht nu herlees en mediteer over de bovenmenselijke eigenschappen van de Antwoorder, valt het me op dat Whitman niet een persoon beschrijft, maar een geest. Wat het is, is een diep gevoel van gelijkheid: van een wederzijds respect dat zich uitstrekt van monteurs tot soldaten, tot matrozen, tot auteurs, tot kunstenaars, tot arbeiders, tot heren, tot prostituees, tot bedelaars, tot congresleden.

Het uitbundige, uitgestrekte, atletische Amerika uit de tijd van Whitman mag dan al lang voorbij zijn – als het ooit echt heeft bestaan ​​– maar de visie van de Antwoorder is niet zo ver weg als Whitman soms doet lijken. Het is eenvoudigweg een democratische gevoeligheid. Om dit te vinden is, paradoxaal genoeg, tegelijkertijd een enorme nederigheid en een vrijwel grenzeloos vertrouwen nodig. Als Whitman zet het‘Er is nooit meer begonnen dan nu’, en de visie van de Antwoorder vereist weinig anders dan ernaar reiken.




Source link

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *