Het drama gaat zijn derde en laatste bedrijf in. Het aandringen van de dokter op een honorarium is een onheilspellend voorteken. Beëlzebub komt naar buiten en passeert tussen het publiek en drukt op een paar munten: “Allemaal zilver en geen koper.” Het geld zal niet veel zijn en gaat naar een mama’sbal in het nieuwe jaar, of misschien naar een goed doel. Toch is het lastig om het te vragen. Er schuilt een subtiel genie in de verschijning van de Duivel. De rest van het bedrijf hoeft niet het risico te lopen zich in verlegenheid te brengen door om geld te vragen. Wie kan er beter bedelen dan de Koning van de Hel? Haten de mensen hem niet al? En zouden ze zulke vulgariteit niet verwachten van iemand van zijn soortgenoten? ‘Geld dat ik wil en geld waar ik naar verlang. Als je me geen geld geeft, veeg ik iedereen het graf in.’
Dus misschien een avondje met de mummers. We weten zo weinig over de geschiedenis van die nachten. Het kerstmummen is waarschijnlijk uit Groot-Brittannië overgekomen, al bestaat er veel discussie over wanneer. We weten dat een of andere vorm van de traditie Ierland tegen het einde van de 17e eeuw had bereikt – in 1685 werd in Cork City een toneelstuk van de mummers gezien – en dat het vooral greep kreeg in County Wexford, County Dublin en het noorden. Mummers sloten zich aan bij een bredere cultuur van gekostumeerde bezoekers in Ierland, zoals strojongens op bruiloften en winterkoninkjes met nieuwjaar.
Zelfs het woord ‘mummer’ is een mysterie. De oorsprong is gesuggereerd in het Middelengels, Duits, Latijn en Pontisch Grieks. Betekende het ‘in stilte optreden’ of ‘maskeren’ of iets heel anders? Wetenschappers zijn het al jaren vrolijk oneens.
De toneelstukken zijn ook allemaal verschillend. Aan het begin van de 20e eeuw verzamelde de Oxford don RJE Tiddy 32 voorbeelden uit Engeland, en één uit Belfast, later gepubliceerd in zijn postume boek Het Mommersspel. Hoewel ze allemaal een kernstructuur volgen – een gevecht, een wonderbaarlijke genezing, een verzoek om geld – lopen de namen en nummers van de personages sterk uiteen, evenals hun regels. Deze toneelstukken werden in de geest gedrukt en met de tong gelezen. Ze veranderden van dorp tot dorp en van generatie op generatie. Tiddy ving er een paar vóór twee wereldoorlogen en de televisie maakte er antiquarische curiosa van. ‘Ik kreeg absoluut bij het eerste schot een Mummer’s Play’, schreef hij in 1915. ‘Ik haalde een dierbare oude herderachtige man in, net toen ik het dorp binnenliep, en na een minuut merkte het weer dat hij in één keer speelde. , en herinnerde het zich.”
Het is vreemd om Tiddy’s boek te lezen. De toneelstukken zien er verkeerd uit op de pagina. Het was nooit de bedoeling dat ze werden getranscribeerd. Los en wispelturig in het leven, verkrampen ze in print. Ongetwijfeld zijn ze ooit door sommige artiesten opgeschreven, maar alleen op de manier waarop we ‘melk, gehakt, appels’ zouden kunnen schrijven voordat we de winkels bezoeken. Een hulpmiddel voor het geheugen, meer niet. Geen tekst om op een plank te bewaren. Hoezeer de toneelstukken ook veranderden in de loop van de tijd en op de plaats, rijmende regels en nauw aansluitende verhalen waren er tenslotte om de mummers te helpen. Elk drama, dat zelden meer dan drie of vier gedrukte pagina’s beslaat, heeft een levendige aantrekkingskracht die tot herinnering aanzet.
Tiddy stierf in 1916 aan het westelijk front. Maar hij had veel gedaan om fragmenten van een Engelse traditie te behouden die zich, met horten en stoten, uitstrekte tot aan de middeleeuwen. Wetenschappers die in Ierland werken hebben het iets gemakkelijker gehad. In 1972 sprak de Amerikaanse antropoloog Henry Glassie met mensen die de toneelstukken hadden gezien of erin hadden gespeeld. Hij liep door een stukje county Fermanagh en luisterde naar verhalen, over de verwelkomingen en de afwijzingen, over de kostuums met linten en de zware reizen tussen huizen op het zwarte platteland: ‘Je zou die laan opkomen en je zou naar boven gaan. tot aan je knieën. Het was echt modder tot aan je middel. En dan zou je verder moeten reizen.”