Het mag ons vandaag de dag niet ontgaan dat Kerstmis grondig gecommercialiseerd is geworden en dat de betekenis ervan zo vaak ontdaan is van zijn spirituele aspiraties. Als de geest van het verleden van Kerstmis ons zou kunnen herinneren aan alle verspillende producten die we hebben gekocht, zou de geest van het heden ons nog steeds meer laten kopen, terwijl de geest van het verleden ons nog steeds onvervuld zou maken, omdat het verlangen om betekenis in dingen te vinden is nooit helemaal tevreden.
“Het mag ons vandaag de dag niet ontgaan dat Kerstmis grondig gecommercialiseerd is geworden en dat de betekenis ervan zo vaak ontdaan is van zijn spirituele aspiratie.”
Dickens was een materialist. Hij weet dat brood belangrijk is. Maar hij investeert materiële objecten met subjectieve resonantie. Deurkloppers worden aangrijpende gezichten, trappen worden doorgangen naar de verlatenheid van het lege, verwelkende hart, en de flakkerende kaars een drempelpunt tussen de bevroren adem van een ouder wordende man en de kortstondige rook van een spookachtige passagier. Hij die te lang heeft geleefd en te weinig heeft gevoeld, is één ademtocht verwijderd van een leven dat binnenkort zal worden uitgedoofd. Er zijn hier dus vragen over het mystieke. Die blauwe, melancholische vlam symboliseert een precair bestaan dat brandt in een schemeruur dat wordt verscheurd tussen willen blijven en toch willen verdwijnen. De dood is altijd aanwezig in deze novelle, altijd op het moment van aankomst, maar altijd uitgesteld.
En toch zijn onze met crises beladen tijden heel anders dan toen Dickens zijn verhaal aan het schrijven was. Tijdens het industriële tijdperk bestond er een levensvatbaar gemeenschapsgevoel, waar mensen dagelijks steun vonden. Er waren openbare theaters waar mensen vaak naartoe konden gaan en hun saamhorigheid konden uiten. Er waren bibliotheken waarin kinderen gezamenlijk hun lot leerden en verbeterden. Er waren organisaties die de lokale behoeften van verarmde volkeren op persoonlijke wijze serieus namen, niet alleen om medicijnen te verstrekken, maar ook om te verzekeren door een oprecht beroep op solidariteit en vriendschap. En er waren buren die elkaar door de moeilijke tijden heen hielpen.
Dergelijke banden hebben grotendeels plaatsgemaakt voor een saai individualisme, dat uiteindelijk de armen onderling heeft uitgedaagd, terwijl de kilheid van het digitale scherm ons verleidt. Terwijl Dickens zich herinnert hoe de ‘overtollige bevolking’ werd uitgebuit in werkhuizen (tot grote minachting van Scrooge die hen zonder enige zorg zou laten werken of laten sterven), creëren we vandaag de dag ‘Legers van permanent werklozen’ die in de steek worden gelaten. door een geheel andere, maar niet minder koudhartige wereld.
Dickens schreef ongetwijfeld vanuit een uitgesproken religieus perspectief, maar hij slaagde er toch in iets menselijks in ons allemaal te raken. Humanisme en spiritualiteit stonden niet tegenover elkaar. Maar in het ogenschijnlijk seculiere tijdperk van vandaag is het hypermoralisme zo aangemoedigd en het verleden, het heden en de toekomst zo schijnbaar verzekerd, dat ruimte voor het onbekende vrijwel wordt ontkend. Scrooge zou de beproevingen van Twitter en de morele politie die elke indiscretie in beeld brengt nooit overleven. We zijn de mystiek kwijtgeraakt, we zijn het vermogen kwijtgeraakt om te falen, we zijn het vermogen kwijtgeraakt om zo feilbaar te zijn als een Scrooge, en het allerbelangrijkste: we zijn de geest van vergeving kwijtgeraakt die zou kunnen worden geboden aan mensen die volkomen onaangenaam zijn.
Maar hoewel we de 19e eeuw niet al te letterlijk naar het heden kunnen vertalen, kunnen we de diepere zorgen van Dickens over de menselijke conditie wel waarderen. Terwijl Ebenezer oog in oog wordt gebracht met zijn eigen veronachtzaamde tombe en het besef dat bij de laatste afrekening niets ervan ertoe deed, wordt hij gedwongen op zijn leven terug te kijken alsof hij al dood was. Het is de diepste van alle filosofische vragen: hoe doorleef je de tragedie van het leven terwijl je de vergankelijkheid van het bestaan begrijpt. Dickens dwingt ons, via Scrooge, na te denken over hoe het leven eruit zou kunnen zien vanuit het perspectief van onze eigen dood. Hoe zou ieder van onze levens kunnen veranderen als we open zouden staan voor het gezelschap van die verschijning? Alleen de geesten van de tijd zullen het leren.