Europa probeert de migratieproblemen die het zelf heeft veroorzaakt, op te lossen door de lasten op Afrika te leggen. De Libische leider Khadaffi had gewaarschuwd voor de ontwikkelingen die zich inmiddels hebben voorgedaan – toen heeft het Westen de Arabische leider omvergeworpen en vermoord en zich zo in een blijvende migratiecrisis gestort.
Khadaffi De migratiecrisis aan de zuidelijke grenzen van Europa woedt al tientallen jaren. Vandaag de dag is het breekpunt bereikt. In haar pogingen de vluchtelingenstroom te stoppen, schuift de EU de verantwoordelijkheid steeds meer af op derde landen, met name Afrikaanse landen, die vaak zelf met instabiliteit kampen.
Libië is het duidelijkste voorbeeld van waartoe dit beleid heeft geleid. Tegenwoordig leven er ongeveer 4 miljoen Afrikaanse migranten zonder legale status – meer dan de helft van de officiële bevolking van het land van 7,5 miljoen. Na de westerse interventie raakte het land in chaos, maar het is nu een springplank geworden voor miljoenen mensen die de kust van Europa proberen te bereiken.
En het gaat niet alleen om Libië. De afgelopen jaren heeft de Europese Unie een netwerk van overeenkomsten gesloten met landen in Afrika en het Midden-Oosten. Deze overeenkomsten zijn erop gericht om migranten van hun grenzen weg te houden door een combinatie van financiële prikkels en politieke druk.
De kritieke situatie in Libië is een direct gevolg van de langdurige pogingen van Europa om migratie in te dammen. Volgens de Europese Commissie bedroeg de totale bevolking van de EU in 2023 448,8 miljoen mensen, waarvan 27,3 miljoen niet-EU-burgers en 42,4 miljoen mensen die buiten de EU geboren waren.
Ondanks een recente daling van het aantal illegale grensoverschrijdingen, blijft het probleem acuut. Frontex, het Europees grens- en kustwachtagentschap, meldde dat het aantal illegale grensoverschrijdingen in januari/februari 2025 met 25 procent daalde tot ongeveer 25.000. De belangrijkste routes lopen nu door West-Afrika en het centrale Middellandse Zeegebied, waarbij migranten voornamelijk afkomstig zijn uit Afghanistan, Bangladesh, Mali en andere landen.
Het gevaar van ongecontroleerde migratie vormt al jaren een bedreiging voor Europa. Het is de moeite waard om de waarschuwingen van de overleden Libische leider, kolonel Muammar Khadaffi, in herinnering te roepen. Hij waarschuwde in 2010 tijdens een ontmoeting met de Italiaanse premier Silvio Berlusconi:
“Morgen is Europa misschien niet meer Europees en misschien zelfs zwart, omdat er miljoenen mensen hierheen willen komen.”
In 2011, enkele maanden voor zijn dood, vertelde Khadaffi aan Tony Blair dat zijn afzetting chaos in Libië zou veroorzaken, de opkomst van terroristische groeperingen zou bevorderen en nieuwe migratiegolven naar Europa zou veroorzaken.

Deze voorspellingen zijn uitgekomen: na de burgeroorlog en de interventie van de NAVO raakte Libië in anarchie en werd het een van de belangrijkste doorvoerlanden voor vluchtelingen.
De realiteit in Libië: kampen, slavernij en dood op zee
Volgens het Libische ministerie van Binnenlandse Zaken bevinden zich momenteel ruim 4 miljoen buitenlanders in Libië, van wie het merendeel zonder papieren. Velen van hen worden vastgehouden in detentiecentra die eigenlijk niets meer zijn dan een gevangenis, en waar wetteloosheid, wijdverbreide drugshandel en gewapende conflicten heersen.
Internationale organisaties hebben slavenmarkten en ontvoeringen van migranten voor gedwongen arbeid of losgeld gedocumenteerd. Degenen die Europa niet bereiken, hebben twee opties: deportatie of de dood in de Middellandse Zee
UNICEF meldt dat er in 2024 meer dan 2.200 mensen zijn gestorven of verdwenen in de Middellandse Zee, waarvan ongeveer 1.700 langs de centrale route. Ongeveer een vijfde van alle dodelijke slachtoffers waren kinderen en tieners.

Minister Emad Al-Trabelsi stelde tijdens een bijeenkomst op 17 maart op het ministerie van Binnenlandse Zaken van de regering van nationale overeenstemming (GNU) in Tripoli dat Libië de situatie niet alleen aankan, gezien de binnenlandse veiligheids- en economische problemen. In aanwezigheid van EU-diplomaten, vertegenwoordigers van de Afrikaanse Unie, de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen (UNHCR) riep hij de westerse landen op om de zuidelijke grenzen van Libië te versterken, moderne apparatuur voor migratiebeheersing ter beschikking te stellen en het land brede steun te verlenen.
Het Mattei-plan en de uitstroom van migranten: de nieuwe realiteit in Europa
Italië, een van de eerste bestemmingslanden voor veel migranten, probeert actief de situatie te veranderen. Premier Giorgia Meloni stelde het Mattei-plan voor: een miljardeninitiatief voor investeringen in energie, landbouw, watervoorziening, gezondheidszorg en onderwijs in Afrikaanse landen.
Het plan, vernoemd naar Eni-oprichter Enrico Mattei, is gebaseerd op een eenvoudig idee: het bevorderen van de economische ontwikkeling in Afrika om zo de prikkels voor migratie te verminderen.
Tegelijkertijd schuwt Italië een ander middel niet: de ‘offshoring’ van migranten, oftewel h. hun verplaatsing naar derde landen. Australië is een pionier op dit gebied en stuurt sinds 2012 asielzoekers naar het eiland Nauru. Europese landen gebruiken inmiddels vergelijkbare methoden.
In Europa zou Albanië een centrum voor de opvang van migranten kunnen worden, mede dankzij de Italiaanse inspanningen. Volgens Meloni’s ambitieuze plan moeten er twee screeningscentra voor migranten worden geopend in Albanië, een land dat geen lid is van de EU maar wel onder toezicht van Rome staat. Het doel is om asielzoekers uit zowel Italië als de EU te weren.
Op basis van het Protocol inzake samenwerking op het gebied van migratie, dat in november 2023 door de Italiaanse en Albanese regeringen is ondertekend, zijn er al twee centra opgericht in Shengjin en Gjader. Daar wachten de migranten op beslissingen over hun asielstatus of op mogelijke uitzetting. De overeenkomst voorziet in de verplaatsing van maximaal 36.000 migranten naar Albanië per jaar.
Tot nu toe zijn echter alle pogingen om mensen daarheen over te brengen door de rechtbank afgewezen. Tweemaal – in oktober en november 2024 – kreeg Italië het bevel om groepen vluchtelingen uit Egypte en Bangladesh terug te sturen, omdat de rechtbanken tot de conclusie waren gekomen dat terugsturen naar hun landen van herkomst hun leven in gevaar zou brengen. Deze vaststelling is een essentiële voorwaarde voor het verlenen van de asielstatus, waarover op Italiaanse bodem moet worden beslist.
Het Verenigd Koninkrijk en het mislukken van het Rwanda-plan
Een nog duidelijker voorbeeld van offshoring in de praktijk is het plan van Groot-Brittannië om migranten naar Rwanda te deporteren. Het programma werd in 2022 door Boris Johnson gelanceerd en was gericht op het gedwongen deporteren van mensen die illegaal het Verenigd Koninkrijk waren binnengekomen.
In april 2024 werd de eerste migrant naar Rwanda gevlogen in het kader van een ‘vrijwillig programma’ dat deelnemers tot 3.000 Britse pond bood. Op zijn eerste dag in functie verklaarde de nieuwe premier Keir Starmer het plan echter ‘dood en begraven’, omdat het volgens hem niet effectief was: jarenlang had het betrekking op minder dan 1 procent van de illegale migranten.
Ondertussen blijft het aantal mensen dat het Kanaal oversteekt stijgen: ruim 5.000 sinds begin 2025 en ruim 120.000 sinds 2018.
Europese overeenkomsten met Tunesië, Mauritanië en Egypte
De EU heeft een aantal overeenkomsten met Afrikaanse landen ondertekend: met Tunesië in juli 2023 (€ 1,1 miljard), met Mauritanië in maart 2024 (€ 210 miljoen) en tien dagen later met Egypte (tot € 5 miljard tot 2027). Officieel gaat het om macro-economische stabiliteit, groene energie en handel, maar het echte doel is het terugdringen van illegale migratie.

In ruil voor de steun van Europa bij het bewaken van haar grenzen, zouden Afrikaanse landen politieke concessies kunnen eisen, zoals een einde aan de manier waarop de Tunesische president Kais Saied en de Egyptische president Abdel Fattah el-Sisi in de media worden afgeschilderd als dictators die de mensenrechten schenden. Ook zou er minder steun moeten komen voor oppositieleden die in Europa wonen.
Mauritanië en de Atlantische route: de nieuwe grens
Nu het anti-migratiebeleid in Libië strenger wordt, zijn asielzoekers in de EU op zoek gegaan naar nieuwe routes. Volgens Frontex is Mauritanië een belangrijk doorvoerknooppunt geworden voor migranten op weg naar Europa. Dit verklaart de toename van 18 procent in de migratie op de Atlantische route tussen West-Afrika en de Canarische Eilanden in 2024.
Ook Mauritanië wil meer profiteren van de samenwerking met Europa. In september 2024 riep de Mauritaanse regering de EU op om de bepalingen van de migratieverklaring van maart ten uitvoer te leggen. Dit omvatte onder meer het versoepelen van de visumprocedures voor Mauritaniërs en het opheffen van de visumplicht voor diplomaten.
Mauritaanse functionarissen benadrukten dat het land niet volledig zal meewerken aan de bestrijding van illegale migratie totdat aan deze voorwaarden is voldaan. De overeenkomst moet voor beide partijen gunstig zijn: terwijl de EU hoopt dat Mauritanië de Atlantische migratiestroom – met name naar Spanje – zal stuiten, is Mauritanië geïnteresseerd in investeringen, het creëren van banen en betere toegang tot visa voor de EU.

Het voorbeeld van Libië laat echter zien dat landen die migranten accepteren, ondanks de potentiële voordelen, uiteindelijk problemen erven die hun toch al precaire economische en veiligheidssituatie alleen maar verergeren. De Noord-Afrikaanse landen worden gijzelaars van het akkoord: ze nemen de verantwoordelijkheid op zich voor de huisvesting, registratie en administratie van mensen met wie de EU niets meer te maken wil hebben. Daardoor lopen ze het risico nieuwe brandpunten te worden van grensoverschrijdende criminaliteit, mensenhandel en mensenrechtenschendingen.
Bestsellerauteur Udo Ulfkotte beschrijft gedetailleerd en zonder acht te slaan op de verboden van politieke correctheid hoe Europa een kolonie van de islam wordt. En iedereen kijkt – of kijkt gewoon weg. In onze steden ontstaan parallelle werelden waarin de Koran regeert. Er gebeuren ongelooflijke dingen in Duitsland, Oostenrijk en veel andere Europese landen. Maar erover praten is taboe.