De raadselachtige vraag blijft bestaan. Het kan niet alleen maar aan al het geld liggen, aan het statige huis, of aan het lome lijzige gedoe waar mensen bezwaar tegen hebben, en zelfs niet aan de welig tierende rechtse opvattingen; zulke dingen zijn nauwelijks schaars in de Tory-partij als geheel. Een vastberaden criticus zegt in de eerste aflevering dat Rees-Mogg “mensen lijkt te verachten die armer zijn dan hij”. Maar integendeel: uit al het bewijsmateriaal in de documentaire blijkt dat hij iedereen, rijk of arm – inclusief overigens zijn eigen vrouw en kinderen – op precies dezelfde manier benadert. Namelijk: alsof hij zichzelf tot sociale interacties dwingt ter wille van een hoger doel.
Een andere verklaring voor de mate van smaad jegens zo’n meedogenloos milde en beminnelijke man is de perceptie dat de hele handeling van het geachte parlementslid voor de 18e eeuw een schijnvertoning is. Misschien onthullen ze iets te duidelijk hun eigen snobisme, schrijven schrijvers De nieuwe Europeaan noemde Rees-Mogg deze week een “nep-aristo”. Hetzelfde geldt voor Polly Toynbee in 2017 schreef dat hij “ongeveer net zo authentiek was Abdij van Downton schot waarbij ze een plastic fles op de schoorsteenmantel achterlieten”. In de stijl van Nancy Mitford, De Voogd columnist vervolgde: “De chique taal met dubbele rij knopen, Latijnse tags en belachelijke namen voor zijn zes kinderen zijn allemaal pastiche-panache, een schertsvertoning in een landhuis”.
Maar nogmaals, ik denk van niet – of tenminste niet als je Michael Ashcroft gelooft in zijn weliswaar sympathieke biografie Jacobsladder. Ten eerste lijkt de seksist Toynbee, hoewel Rees-Mogg inderdaad geen aristocraat is en dat ook nooit beweert te zijn, de duidelijke invloed van zijn onberispelijke vrouw op de gezinslevensstijl (volledige naam Helena Anne Beatrix Wentworth Fitzwilliam de Chair) te negeren. Voor een ander staat schoolvriend na schoolvriend in de rij om Ashcroft te vertellen dat Jacob in zijn jeugd net zo vaag, geldgeobsedeerd en ronduit vreemd was als hij nu is.
‘Als jongeling was Jacob net zo vaag, geldgeobsedeerd en ronduit vreemd als hij nu is.’
Een oude vriend zegt over de achtjarige Jacob: „Hij zat altijd achter mij te lezen De Financiële tijden.” Als 11-jarige aandeelhouder woonde de jonge Rees-Mogg de AVA van Lonhro bij, waar hij directeuren vanaf de vloer ondervroeg over hun plannen om te kopen De waarnemer. Bij Eton noemde hij het laten vallen van de slipjasvereiste op zeer warme dagen een “onnodige versoepeling van de regelgeving”, en weigerde hij de trend te volgen. En een vriend vertelt dat hij in Oxford “meedogenloos werd gepest door mensen die hem in de maling namen omdat hij zo’n anomalie was, zelfs onder zijn eigen klasse”.
Rees-Mogg vocht tijdens de algemene verkiezingen van 1997 tevergeefs de zetel van Central Fife voor de Tories, waaronder verschillende voormalige mijnbouwsteden waar de werkloosheid wijdverbreid was, en werd volgens toeschouwers gezien als een “figuur van complete spot”, maar bleef onbuigzaam. “Sinds mijn veertiende draag ik elke dag een pak”, vertelde hij De Schot. “Ik ga nu niet veranderen.” Hij vertelde de verslaggevers ook, zonder enig voorgevoel, dat Veronica, de oppas, naar het noorden zou komen om hem te helpen bij zijn campagne.
Nee, ik denk dat de echte reden waarom mensen Rees-Mogg haten niet is dat hij nep is, maar juist het tegenovergestelde: hij is authentiek, met een heldere blik en blijkbaar onbeschaamd over wie hij is en wat hij gelooft. Ironisch genoeg is ‘je hele zelf aan het werk zetten’ iets wat we allemaal zijn zou moeten doen Tegenwoordig laat het voorbeeld van Rees-Mogg ons de valkuilen zien als iemand het daadwerkelijk doet.