Van alle mensen zou je verwachten dat bij humanisten de bescherming van het menselijk leven de kern van hun ideologische DNA is. In plaats daarvan staan ze in de rij om zich in de naald van de dood te storten. Deze week, terwijl het Parlement zich voorbereidt op een debat over het wetsvoorstel voor begeleid sterven, juichen zij een wetswijziging toe die de meest kwetsbaren in onze samenleving zal aanmoedigen om zelfmoord te plegen als ze ervan overtuigd worden dat hun dood een groter goed kan opleveren.
De humanisten praten vrolijk over ‘waarborgen’, alsof elk rechtssysteem op aarde een oudere en zeer beïnvloedbare persoon kan beschermen tegen de subtiele vormen van micromanipulaties waarmee iemand ervan kan worden overtuigd dat het in ieders belang is dat zijn of haar dood wordt beëindigd. snel en pijnloos. Je kunt met de kleinste stembuiging zeggen ‘denk aan de kinderen’, en op de meest subtiele manier verwijzen naar geldzorgen. We communiceren met elkaar, vaak het krachtigst, via bijna onmerkbare gebaren van lichaamstaal en gezichtsuitdrukking. Geen enkele wettelijke waarborg ter wereld kan dergelijke subliminale berichten detecteren.
En om dit alles vervolgens te verkleden als liefde voor je moeder – “We willen gewoon niet dat je lijdt” – is het ergste verraad. De wetgeving inzake begeleid sterven verandert niet alleen de relatie tussen de stervenden en hun artsen, en tussen de stervenden en de staat. Het verandert fundamenteel de dynamiek binnen gezinnen, en in de emotioneel meest complexe periode van iemands leven.